Hij zat rechtop in de cockpit, heel gespannen nu en alert; niet met zijn handen bestuurde hij het vliegtuig, maar met zijn vingertoppen, en de Spitfire was geen Spitfire maar een onderdeel van zijn eigen lichaam. De spieren van zijn armen en zijn benen zaten in de vleugels en in de staart van het toestel, en hij was het, niet het vliegtuig, dat zwaaide en zwenkte, dook en klom, want het karkas van de Spitfire was het lichaam van de piloot; tussen het een en ander bestond geen verschil.